Lawines

De bergen in de winter zijn magisch, met hun witte toppen en eindeloze mogelijkheden voor avontuur. Maar diezelfde prachtige sneeuw kan ook een gevaar vormen: lawines. Een lawine is een grote massa sneeuw (en soms ijs) die met hoge snelheid van een berghelling naar beneden stort. Ze zijn een natuurlijk onderdeel van het berglandschap, maar kunnen levensbedreigend zijn voor wintersporters. Begrijpen hoe lawines ontstaan en waar lawines voorkomen is daarom belangrijk voor iedereen die zich buiten de gemarkeerde pistes begeeft.

Inhoud

Hoe ontstaat een lawine?

Een lawine ontstaat niet zomaar. Er zijn een aantal factoren nodig:

  1. Een Steile Helling: De meeste lawines (ongeveer 90%) vinden plaats op hellingen met een hoek tussen de 30 en 45 graden. Dit zijn vaak de hellingen die wintersporters aantrekkelijk vinden. Hellingen minder steil dan 25-30 graden zijn meestal te vlak, en op hellingen steiler dan 50 graden blijft sneeuw minder makkelijk liggen.
  2. Een Sneeuwdek met Lagen: Het sneeuwdek op een berg bestaat uit verschillende lagen, gevormd door eerdere sneeuwval en weersinvloeden. Elke sneeuwbui voegt een nieuwe laag toe.
  3. Een Zwakke Laag: Het gevaar ontstaat als er een ‘zwakke laag’ in het sneeuwdek zit. Dit is een laag waar de sneeuwkristallen niet goed hechten aan de laag erboven of eronder. Dit kan bijvoorbeeld komen door temperatuurschommelingen (smelten en opnieuw bevriezen), bepaalde soorten sneeuwkristallen (zoals beker- of dieptarijpkristallen), of door opgehoopte sneeuw die door de wind is verplaatst (triebschnee). Deze zwakke laag kan instabiel zijn.
  4. Een Trigger (Verstoring): De zwakke laag kan bezwijken door extra belasting of een verstoring. Dit kan een natuurlijke oorzaak zijn, zoals:
  • Nieuwe, zware sneeuwval die extra gewicht toevoegt.
  • Wind die sneeuw verplaatst en ophoopingen (windplaten) vormt.
  • Een snelle stijging van de temperatuur of sterke zonneschijn die de bovenste lagen verzwakt.
  • Regen, aardbevingen, vallende rotsen of ijs.
  • Maar heel vaak (ongeveer 90% van de ongelukken) is de trigger een mens: een skiër, snowboarder of sneeuwscooter die over de instabiele helling beweegt.

Als de zwakke laag bezwijkt, glijdt de bovenliggende sneeuwlaag (de ‘plaat’ of ‘slab’ bij een plaatlawine) over de onderliggende laag naar beneden, en neemt daarbij steeds meer sneeuw mee.

Soorten lawines

Niet elke lawine is hetzelfde. We onderscheiden verschillende hoofdtypen:

  1. Plaatlawine (Schneebrett / Slab Avalanche): Dit is het type waar de meeste wintersporters slachtoffer van worden. Een hele laag of ‘plaat’ samengepakte sneeuw breekt als één geheel los langs een breuklijn en glijdt over een zwakkere onderlaag naar beneden. Ze worden vaak getriggerd door de extra belasting van een wintersporter op een helling steiler dan 30 graden. Ze kunnen grote hoeveelheden sneeuw verplaatsen en hoge snelheden bereiken.
  2. Lossesneeuwlawine (Lockerschneelawine / Loose Snow Avalanche): Deze lawine start vanuit één punt en neemt al glijdend steeds meer sneeuw mee, waardoor een karakteristieke peervorm ontstaat. Ze komen vaak voor op steilere hellingen (vaak >40°) na verse sneeuwval of bij sterke opwarming/dooi. Hoewel ze meestal kleiner en langzamer zijn dan plaatlawines, kunnen ze je zeker omverwerpen en meesleuren.
  3. Nattesneeuwlawine (Wet Snow Avalanche): Dit is eigenlijk een subtype van de plaat- of lossesneeuwlawine, maar dan specifiek veroorzaakt door water in het sneeuwdek. Door dooi (zon, warme lucht) of regen sijpelt water in de sneeuwlagen, waardoor de binding tussen de kristallen of lagen verloren gaat. Deze lawines zijn vaak zwaar, relatief langzaam, maar kunnen zeer destructief zijn en komen vaak spontaan voor, vooral in het voorjaar of tijdens regenval.
  4. Glijsneeuwlawine (Glide Avalanche): Hierbij glijdt het hele sneeuwpakket, vanaf de grond, langzaam naar beneden over een gladde ondergrond (zoals gras of rots). Dit komt door water dat zich ophoopt tussen de sneeuw en de grond, waardoor de wrijving vermindert. Er kunnen scheuren (“Gleitschneerisse” of “fish mouths”) zichtbaar worden, maar het moment van losbreken is zeer moeilijk te voorspellen. Ze worden zelden door mensen getriggerd, maar zijn gevaarlijk als je eronderdoor gaat.
  5. Stoflawine (Powder Snow Avalanche): Dit is vaak een gevolg van een grote (plaat)lawine op een lange, steile helling. De sneeuw wordt verpulverd tot fijne deeltjes die zich mengen met lucht tot een turbulente wolk. Deze stoflawines kunnen extreem hoge snelheden bereiken (tot wel 300 km/u) en veroorzaken door de luchtdruk en snelheid enorme schade.

Lawinegevaar herkennen

Veiligheid in de bergen begint met kennis en voorbereiding. Omdat 90% van de lawineongevallen wordt veroorzaakt door de persoon zelf of iemand in de groep, is bewustzijn van het grootste belang.

  • Check het lawinebericht: Voordat je off-piste gaat, controleer altijd het lokale lawinegevaarbericht. Deze berichten geven een risiconiveau aan (schaal 1-5) en specifieke informatie over welke hellingen (hoogte, oriëntatie) het gevaarlijkst zijn.
  • Leer de risicofactoren: Begrijp de invloed van hellingshoek, weer (recente sneeuwval, wind, temperatuur), en terreinvormen (geulen, cliffs, bolle hellingen).
  • Neem de juiste uitrusting mee: Ga nooit off-piste zonder lawinepieper (transceiver), sonde en schep, en weet hoe je deze moet gebruiken. Een lawine-airbag rugzak kan de overlevingskans vergroten.
  • Volg een cursus: Niets vervangt praktijkervaring. Een lawineveiligheidscursus leert je risico’s inschatten, veilig navigeren en handelen in geval van nood.
  • Ga nooit alleen: Ga altijd met anderen op pad en maak duidelijke afspraken. Houd afstand bij het traverseren of afdalen op potentieel gevaarlijke hellingen.
  • Wees bereid om te keren: Soms zijn de omstandigheden te gevaarlijk. De veiligste keuze is dan om je plannen aan te passen of terug te keren.

Veelgestelde vragen over lawines

Een lawine ontstaat meestal doordat een zwakke laag in het sneeuwdek bezwijkt onder het gewicht van de bovenliggende sneeuwlagen, vaak op een steile helling (30-45 graden) en getriggerd door extra belasting zoals nieuwe sneeuw, wind, temperatuurverandering of een wintersporter.

Lawines komen voor in alle bergachtige gebieden ter wereld met voldoende sneeuwval en steile hellingen, zoals de Alpen, Rockies, Pyreneeën en Himalaya. Exact aangeven welk land de meeste lawines heeft is lastig, maar landen met grote bergketens zoals Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, Italië, Canada en de VS hebben er veel mee te maken. Het grootste risico voor wintersporters is buiten de gemarkeerde pistes.

Natuurlijke triggers zijn zware sneeuwval, wind (die sneeuw verplaatst), snelle opwarming, regen en aardbevingen. Echter, in 90% van de gevallen waarbij mensen betrokken zijn, wordt de lawine getriggerd door de persoon zelf of iemand uit de groep.

De meeste lawines (en ongelukken) gebeuren op hellingen tussen de 30 en 45 graden.

Check altijd het lawinebericht, neem de juiste veiligheidsuitrusting mee (lawinepieper, sonde, schep) en weet hoe je die gebruikt, volg een lawinecursus, ga nooit alleen off-piste, en wees bereid om je plannen aan te passen als de omstandigheden te gevaarlijk zijn.

Andere kennisbank artikelen

Volg onze avonturen
Klanten beoordelen ons met een 9
+295 beoordelingen

013 - 4684070
info@snowbreaks.nl

Gorps Baantje 5

Goirle 5051PX

Nieuwsbrief
* Vereist veld




De succesverhalen komen eraan!

We zijn druk bezig met het samenstellen van inspirerende verhalen over de successen die we samen hebben bereikt. Nog even wachten :)