Pistekleuren
Je ziet ze overal: bordjes en paaltjes langs de piste met een kleur. Deze pistekleuren geven de moeilijkheidsgraad van de afdaling aan. Hoewel systemen licht kunnen verschillen per land of regio (bijvoorbeeld in Noord-Amerika gebruiken ze andere symbolen), is dit het meest gebruikte systeem in Europa:
- Groen: Dit zijn de makkelijkste pistes, vaak vlakke oefenweides of zeer licht hellende paden. Ideaal om de basis te leren. De helling is minimaal (soms bijna vlak).
- Blauw: Gemakkelijk / Gemiddeld. Deze pistes zijn wat uitdagender dan groen, met een maximale helling van ongeveer 25%. Ze zijn vaak breed en goed geprepareerd. Perfect om bochten te oefenen en meer zelfvertrouwen te krijgen. Hoe steil is een blauwe piste? Over het algemeen dus niet steiler dan 25% helling (een hoek van ongeveer 14 graden).
- Rood: Rode pistes zijn een stuk steiler en soms smaller dan blauwe pistes, met een helling tot ongeveer 40%. Hier heb je een goede techniek en controle nodig.
- Zwart: Dit zijn de moeilijkste gemarkeerde pistes, met een helling van meer dan 40%. Ze kunnen erg steil zijn, ijzig, of ongeprepareerde buckels (hoge sneeuwhopen) bevatten. Alleen voor zeer ervaren skiërs/snowboarders met uitstekende techniek en controle. Hoe steil is een zwarte piste? Deze begint dus bij 40% (ongeveer 22 graden) en kan nog veel steiler worden.
Let op: De moeilijkheidsgraad is relatief en kan per skigebied een beetje verschillen. Een rode piste in het ene gebied kan aanvoelen als een zwarte in een ander gebied.
